Voorbije dagen-niet bloggen

Leven

Gisteren wilde ik bloggen. Eergisteren ook. Het kwam er niet van. Moet oppassen dat het me vandaag niet voor de derde keer door mijn vingers glipt. Er zijn ook zoveel andere leuke dingen te doen.

De afgelopen dagen zijn omgevlogen. Ik kan niet eens precies meer nagaan wat ik heb gedaan of wat er is gebeurd. Wel dat ik na alle gedane zaken, verplicht of niet, geen puf meer had de laptop te openen en te schrijven. Ik heb tussendoor wel wat aantekeningen gemaakt. Op papier, op mijn telefoon of de iPad. Heel snel en met typfouten. En Apple maakt er soms de meest vreemde zinnen van. Als ik de aantekeningen dan in een blog of anderszins wil verwerken, moet ik diep nadenken en puzzelen wat ik heb bedoeld.

Zaterdag.
Man brengt mij weg, heb een afspraak een uur rijden van huis vandaan. Hij rijdt door naar zijn favoriete platenzaak. Later op de dag haalt hij mij, een elpee rijker, weer op. ’s Avonds eten we een Griekse salade. Daarna samen in het atelier bezig geweest. Geschoven met de tafel, de boekenkast en nog zo het een en ander. Aan het eind van de avond staat alles weer op de oude plek. Blijkbaar is dat toch zoals de verdeling moet zijn. Grotere werkruimte en een bescheiden plekje om te zitten. Om koffie te drinken, na te denken en naar de vogels in de tuin te kijken.

Zondag.

Al vroeg ben ik alleen en dat is zo tot het begin van de avond. Dan komt Man weer thuis. Ik heb gelezen, geschreven en een tafeltje met krijtverf behandeld. Bijtijds lig ik in bed. Slaap die nacht heel slecht.

 

Maandag.
Er is iets niet in orde met de auto. Bij het draaien van het stuur hoor ik een schurend geluid. Door de garagist word ik gerustgesteld. Een bekend probleem. Het heeft te maken met de claxon. Er moet wel naar gekeken worden hoe op te lossen. Auto is al 17 jaar oud en het laatste half jaar komen er wat mankementjes tevoorschijn. Maar volgens de deskundigen kunnen wij er nog een poos mee rijden. Ik geef niet om een auto, maar aan deze ben ik zeer gehecht. Misschien omdat ik hem heb gekocht in een moeilijke periode in mijn leven. Ik er nog samen met mijn zieke, maar opgewekte vader, ritjes in heb gemaakt. Naar mijn zus voor de thee en langs bankjes in het bos waar mijn ouders tijdens hun fietstochtjes op hebben gezeten.

‘s Middags komt ook I op bezoek. We hebben het heel gezellig samen. Raak door haar altijd weer geïnspireerd om nog meer te schrijven dan ik al doe.

Sam is haar stem kwijt. Zij wil miauwen, spert haar bekje ook wijd open, maar er komt nauwelijks geluid uit. Alles wat we horen is een kort, krakend ‘iets’. Verder gedraagt zij zich normaal. Eet, drinkt en jaagt op muizen. ’s Avonds gaan we met haar naar de dierenarts.

Meestal is het een hele toer haar in de reismand te doen. Tegenwoordig slaapt zij af en toe in de mand. Dit keer gaat het dus gemakkelijk. Wel steken we 2 houten lepels in de slotjes. Zo zijn wij er zeker van dat zij er met geen mogelijkheid uit kan. Een krijsende kat in de auto is al genoeg. Een in paniek rondspringende krijsende kat in de auto willen we liever niet. Hoewel het krijsen deze keer niet echt kan nu zij haar ‘stem’ kwijt is.

In de wachtkamer is het druk. Mannen, vrouwen en kinderen met honden die braaf blijven liggen, honden die de baasjes bijna met stoel en al omver trekken en honden die kwispelend en luid ‘zingend’ de wachtkamer opvrolijken. Sam is de enige poes. En boos. Dat laat zij merken. Een zwaar gebrom dat zachtjes begint en aanzwelt. Het lijkt wel uit haar tenen (of is het in dit geval uit haar pootjes?) te komen. De wachtenden vinden het wel leuk. Wij denken: ‘Hoe moet dat dadelijk met zo een boze poes?’


De dierenarts weet hoe Sam te hanteren tijdens het onderzoek. Poes blijkt een bacterie in de keel te hebben, maar is al op haar retour. Dat blijkt uit Sam’s heldere ogen, droge neus en de mooie glanzende vacht. Alleen haar lymfeklieren nog wat verdikt. Twee injecties krijgt Sam. Wij krijgen pillen en een drankje mee naar huis. Volgende week controle.

Dinsdag.

Als ik ’s ochtends vroeg de tuin inloop zie ik Sam op het grasveld, spelend met een muis. Zij springt en rent achter Muis aan. Erg ziek kan zij niet zijn. Ik ga naar de kapper. De rest van de dag ruim ik in huis wat op en prepareer alvast wat doeken met een vrolijke kleur als ondergrond voor wat ik wil schilderen. Drink koffie met een onverwachte gast. Vroeg naar bed, lees een paar bladzijden en val meteen in slaap.

 


Vandaag heb ik tuinplantjes verpot. Uit een te klein, oud of lelijk potje overgezet in een zinken potje. In het atelier heb ik alle doosjes en kistjes waarin klein materiaal, op tafel omgekiept. Wat bruikbaar en nodig is in een mooi oud ladekastje opgeborgen.

 
Daarna ben ik aan tafel gaan zitten, heb mijn laptop opgestart en een nieuw stukje geschreven. Het zag er vanmiddag niet naar uit dat het me zou lukken.

 

 

Bewaren

Bewaren

Vorig bericht
Mensen – Amsterdam
Volgend bericht
Weg

16 reacties. Plaats een nieuwe

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dit is een verplicht veld
Dit is een verplicht veld
Geef een geldig e-mailadres op.
Accepteer de voorwaarden om door te gaan