Treinen

Leven
Ruimschoots op tijd voor de trein op weg naar huis. Man haalt koffie en croissants. We gaan naar het perron. Bovenaan de roltrap zien we dat de vorige trein richting Eindhoven vertraging heeft opgelopen. We besluiten met deze mee te gaan. Het is druk. Mensen duwen om als eerste naar binnen te kunnen. Wonder boven wonder, de laatste twee stoelen voor ons. Als we goed en wel zitten, zegt Man: ‘We hebben niet ingecheckt. Ik ga op zoek naar een conducteur. Lijkt me beter dan een boete voor zwartrijden.’ Na een poos is hij terug, buiten adem. ‘Geen conducteur gezien. Ik heb de hele trein doorlopen.’ Het is een dubbeldekker. Inmiddels zijn we op weg. Reizen ‘zwart’.
 
Naast en voor ons mensen die met hun werk bezig zijn, op luide toon hun gesprekken voeren. Mensen die hun thuisfront op de hoogte houden van wat zij allemaal hebben gedaan en nog gaan doen. Het gekraak van papieren zakken waarin broodjes en andere meegebrachte etenswaren.
Uit het niets ligt er plots een briefje en een pakje tissues op onze tas. Alsof er een windvlaag voorbij kwam. Vanuit een ooghoek zie ik nog net een vrouw door de deur verdwijnen. Oost-Europees uiterlijk? Naderhand worden het briefje en de tissues weer opgehaald. Het komen en gaan van haar gebeurt heel snel. Hoe komt deze vrouw hier? Woont zij in Nederland of komt zij tijdelijk in groepsverband naar ons land om te bedelen zodat het in haar thuisland gemakkelijker wordt te overleven?
Bij de volgende stop gaat Man weer op zoek naar een conducteur. Zie hem op het perron lopen. Het zweet breekt me uit. Zul je zien dat de trein vertrekt. Man blijft achter, ik zonder kaartje. Maar ineens is hij er weer, een grote glimlach op zijn gezicht. ‘Gelukt. Geen conducteur gezien. Heb verderop ingecheckt.’ Net op tijd binnen, de trein rijdt alweer. De koffie en croissants koud.
Een jonge vrouw onder de nieuwe reizigers, in haar hand een bakje. Bij het langslopen een walm van vet. De coupé vult zich onmiddellijk met de geur ervan. Misselijkmakend. Meer reizigers raken erdoor geïrriteerd. De vrouw is zich van geen kwaad bewust of de omgeving interesseert haar niet. Ze eet en praat gelijktijdig op luide toon door de telefoon.
Ook een jongeman met tas en skatebord. Tegenover ons nog een plaats vrij. Hij ploft neer, zwaar ademend en met verwilderde blik. Om hem heen de geur van ongewassen kleding. Bekijkt ons eens en zakt onderuit. Benen breeduit. Zijn knieën zowat tegen onze knieën. Man houdt zich in, maar het irriteert hem. Bij de volgende stop schuift de jongeman door naar het raam en zakt zo mogelijk nog meer onderuit. Wij kunnen niet meer ‘gewoon’ zitten. Nu zegt Man er iets van. Een moment van twijfel, dan past de jongeman zich aan. Of hij slaapt is ons niet duidelijk, misschien heeft hij alleen zijn ogen gesloten, maar ineens gaat hij er eens goed voor zitten, haalt met zijn vingers zijn neus leeg. Alvorens de vangst in zijn mond te stoppen wordt die eerst goed bestudeerd. Ik moet er bijna van kokhalzen en bij het schrijven van dit stuk heb ik dat gevoel weer. Gelukkig stapt de jongeman bij de volgende halte uit. Een oudere man neemt zijn plaats in, klapt zijn laptop open, kijkt eens rond en pulkt in zijn neus.

 

Bewaren

Bewaren

Vorig bericht
Eindelijk
Volgend bericht
Buikpijn

16 reacties. Plaats een nieuwe

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dit is een verplicht veld
Dit is een verplicht veld
Geef een geldig e-mailadres op.
Accepteer de voorwaarden om door te gaan