Uit de tijd dat ik een kleine meid van drie ben dateren mijn eerste herinneringen. Een oud huis aan de Roer, op het erf een stal of schuur. Ik speel buiten, zit op mijn hurken. Heb een oude aluminium kookpan. Schep er met een beker zand in. Roer dan met een houten lepel waarna ik de ketel omkiep en weer opnieuw begin. Verderop staan mijn ouders met mensen te praten. Ik ben bang. Ben net genezen van de mazelen. Tijdens het ziek zijn lig ik opgesloten in de slaapkamer. Het is er pikkedonker. Ik huil. Op de houten vloer getrippel. De grote mensen heb ik over ratten horen praten. Begrijpen doe ik die grote-mensen-praat niet, maar iets maakt dat ik die grote-mensen-praat onheilspellend vind.
Dat alles realiseer ik me pas vele jaren later. De kleine meid is dan al geruime tijd verdwenen.
Vriendin is op bezoek. Als zij aankomt loop ik haar tegemoet. Al pratend lopen wij de tuin en het huis in. Eerst koffie, daarna lunchen, dan gaan we boodschappen doen. Maar voordat we zover zijn gaan we ook nog naar het atelier. Als we daarna onze jas en tas willen halen zie ik vanuit een ooghoek iets wits in de bloembak onder het kamerraam. Een beest. Ik schrik. Kan met moeite een gil onderdrukken. Vriendin ziet het ook en loopt snel naar binnen. Wil niets zien. Ik kan mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en wil ook weten wat het is. Trillend op mijn benen schuifel ik voorzichtig dichterbij. Bewaar genoeg afstand tot de bloembak. Stel dat ‘het’ nog leeft. ‘Het’ is groot, dik, wit en heeft een donkere rug. Als ik nog een beetje dichterbij kom zie ik een lange staart. De bewegingen in mijn gezicht ongecontroleerd, in mijn maag draait het. Ben banger van de staart dan van het beest. Mijn hart bonkt, mijn ademhaling fel en onregelmatig. Toch kijk ik weer. Uiteindelijk heb ik de moed om achter het glas een foto te maken. Die stuur ik op naar Man. ‘Het is een rat. Dek maar toe. Vanavond ruim ik het beest op.’
Gelukkig was de deur dicht en heeft Sam het cadeau in de bloembak achtergelaten. Blijkbaar heeft het getrippel van de rat in het oude huis aan de Roer, de grote-mensen-praat en de angst die ik destijds heb gevoeld, zich zo vast in mijn onderbewustzijn genesteld dat ik nu, zestig jaar later, nog steeds trillend op mijn benen sta bij het zien van een rat.
Bij thuiskomst heeft Man het beest in een doos gedaan en opgeruimd. ’s Nachts lig ik wakker, schrijf dit stukje.
24 reacties. Plaats een nieuwe
Een mens krijgt ooit rare cadeautjes. Toch goed bedoeld van Sam, maar wat er daardoor weer bij jou naar boven komt! Het zal wel een reden gehad hebben, denk ik dan. Warme groet, Ellie 🙂
Ja, het trillen is oud. Mag, en blijft. Maar het kind was bang en machteloos, de volwassene is bang maar organiseert een oplossing. Chapeau…
Al lezend lopen de rillingen over m'n rug. The horror. Ik ben ook geen held hoor. Afgelopen najaar schoot er zo'n geval hier onder de poort door. Ik ben die avond maar binnen gebleven.
ratten, bah, ik ril ervan. poes moet wel heel veel van je houden.
Kreeg er zelf even de rillingen van… heerlijk die cadeautjes van onze trouwe viervoeters . Leuk geschreven, leuk stuk!
Goed, dat je er een foto van gemaakt hebt Ellie, het is een flinke! Jij ook 😉 Een flinke meid! Knap van Sam!
Die gedachten aan vroeger waren er meteen al bij de eerste aanblik….ik wilde nog ontkennen dat er iets lag (de kop in het zand steken) maar het verhaal was in mijn hoofd al meteen klaar! Lieve groet voor jou, Mieke 🙂
Dank Cora voor zo'n mooie reactie. Heel goed verwoord en zelf denk ik er precies zo over….hoe een mens meteen kan reageren en beleven en herleiden, wonderlijk!
Bij het zien van de foto maakt mijn gezicht nog steeds ongecontroleerde bewegingen, zet ik letterlijk een stap achteruit en ril ik….ben dus helemaal geen held, Mies 🙂
Ratten vind ik 'the horror', Irma! Dat poes van mij houdt is duidelijk…alleen al door het feit dat zij socialer is geworden sinds Man en ik samenwonen, blijkt dat…
Ik denk dat menigeen wel iets herkent in mijn blog, Marnel! Dank ook voor je compliment!
Dank voor zoveel complimentjes, Jannie…ik spreek ook namens Sam! Lieve groet 🙂
Goed om te weten dat het kleine kind er nog is en dat de volwassen Ellie, ondanks de rillingen, toch weet wat ze doen moet.
Neemt de kleine jou bij de hand en jij de kleine, goede samenwerking.
Het is ook wel een joekel van een rat zeg. Getsie!
oei haha ja van zo'n HET zou ik ook vreselijk schrikken.. leuk stukje!
Ja Athy, gelukkig is die kleine meid bewaard gebleven…daar ben ik wel blij om want diee kan ook erg vrolijk en spontaan zijn in plaats van bang…de grote ook….:-)
Een joekel is het zeker en driewerf 'getsie', Wilma!
Volgens mij schrikken veel mensen van zoiets in de plantenbak of waar dan ook, Anke!
Wat ben ik blij dat ik op dat moment niet vriendin was. Waarschijnlijk was ik dwars door de deur naar naar binnen gevlogen. Knap dat je er een foto van hebt gemaakt. Ook knap hoe de mens in elkaar zit en dat zon beest weer veel herinneringen naar boven brengt. Joke
Joke, het was inderdaad niet zo leuk. Nu speur ik de tuin af, maar gelukkig had Wilko vanochtend de dode muis bij de poort al een laatste rustplaats gegeven voordat ik beneden kwam…
Mooi hoe je dit schrijfsel start… Als lezer verwachtte ik een heel ander verhaal dan over een dode rat
Graag gelezen, Ellie.
Dank Margo…ik zie het als compliment dat je een ander verhaal verwachtte en mijn blog toch graag hebt gelezen….ik ben blij met je reactie!
Je schrijft leuke stukken, zo midden in de nacht. 🙂
Dankjewel voor compliment, Michiel! Het was nodig….:-)