De afgelopen week was zo druk dat ik amper aan schrijven toekwam. Allerlei bezigheden hebben mij bij de werktafel weggehouden. Een speciaal communiefeest, gasten aan tafel, verplichtingen buitenshuis en niet te vergeten de huizenjacht van Man en mij. Daar tussendoor was ik zo moe dat ik niets anders kon doen dan slapen. Zelfs aan lezen ben ik niet toegekomen! Vandaag heb ik voor het eerst weer tijd me te verdiepen in snel opgeschreven krabbels. Die heb ik de afgelopen dagen tussendoor nog wel gemaakt. Het is ook een spannende dag, er moet een knoop worden doorgehakt.
Gisteren heb ik een gesprek gehad en daarin werd duidelijk dat het de bedoeling is dat ik ook het voorwoord voor mijn rekening neem en het fijn zou zijn als ik de redactievergaderingen bijwoon.
Sluit ik me aan bij de makers van het magazine? Ga ik voor het redigeren, het schrijven van het voorwoord, de redactievergaderingen, de sociale uitlopers die er onvermijdelijk aan verbonden zijn of ga ik voor ‘thuis’ en ‘op mezelf zijn’? Thuis is het proeflezen voor de auteur, zo nu en dan het recenseren, mijn eigen schrijfsels maken, aantekeningen maken waarvan ik nu nog niet weet of die in de toekomst voor een boek worden gebruikt en het schilderen, nog een passie van mij.
Als ik voor de laatste dingen kies ben ik grotendeels op mezelf, maar ik blijf toch wel betrokken bij de buitenwereld. Door Man, mijn vrienden, de radio, de krant, het world wide web. Mijn wereld thuis die beslist niet saai en uitsluitend op mezelf is, maar uitdagend en druk. Door het schilderen, het lezen en het schrijven, door Man met zijn verhalen waarmee hij thuiskomt, door de mensen om me heen, door bezoekjes aan musea, af en toe de bioscoop.